Wet Datalekmeldplicht / Wat u moet weten

Wet Datalekmeldplicht / Wat u moet weten

Op 1 januari 2016 treedt de Wet Datalekmeldplicht in werking. Vanaf dat moment moeten bedrijven bij de toezichthouder én de consument melding doen van datalekken, oftewel inbraken en beveiligingslekken waardoor persoonsgegevens zijn ontvreemd. Wordt er niet gemeld, of blijkt na melding dat een bedrijf nalatig was, dan kunnen tot acht ton aan bestuurlijke boetes worden opgelegd. En als je die wet goed leest, dan zie je dat er óók boetes kunnen worden opgelegd voor wie de beveiliging überhaupt niet op orde had.

Veel mensen denken bij de term ‘datalek’ aan een grootschalige inbraak waarbij alle klantgegevens worden gedownload, of een publicatie op een Russische hackersite van patiëntdossiers. De wettelijke definitie is echter veel breder. Iedere inbreuk op de beveiliging van persoonsgegevens wordt gezien als een datalek. En de wet (art. 13 Wbp) noemt “verlies of enige vorm van onrechtmatige verwerking” als een inbreuk. Ook wanneer gegevens binnen een organisatie dus op te vragen zijn door ongeautoriseerde medewerkers, is strikt gesproken sprake van een datalek. Voor webwinkels of sites met online inschrijf- of bestelformulieren zou al sprake zijn van een datalek wanneer deze formulieren niet over een beveiligde verbinding (SSL) worden verzonden.

Wie data op deze manier lekt, moet dat melden bij de toezichthouder en vaak ook bij de getroffen consument. Een datalek moet bij de toezichthouder worden gemeld wanneer deze “leidt tot de aanzienlijke kans op ernstige nadelige gevolgen” of daadwerkelijk die gevolgen heeft, en bij de betrokkene als het lek “waarschijnlijk ongunstige gevolgen zal hebben voor diens persoonlijke levenssfeer”. Dit zijn vrij vage criteria, en dat is dan meteen een zwak punt: een bedrijf kan met een stalen gezicht volhouden dat die diefstal van 200.000 patiëntgegevens toch niet een aanzienlijke kans heeft op nadelige gevolgen, laat staan op ernstige. Maar dat is dan iets waar de rechter of het Cbp al dan niet met giecheltoets wat van kan vinden.

De boetebevoegdheid van de toezichthouder wordt uitgebreid – of eigenlijk ingevoerd want die hebben ze nu in de praktijk niet. Onder het nieuwe regime kunnen boetes tot in theorie acht ton worden opgelegd voor het ten onrechte niet melden van een datalek. Maar niet alleen dat: de boetebevoegdheid geldt voor zo ongeveer elke serieuze plicht die je hebt onder de Wet bescherming persoonsgegevens: verwerken zonder grondslag (art. 8) of op onzorgvuldige manier (art. 6-10), het niet nakomen van informatieplichten (art. 33 en 35) en misbruik van het BSN (art. 24). En tot mijn vreugde ook: het niet hebben van een passende beveiliging (art. 13 Wbp). Een brakke beveiliging hebben is dus vanaf 1 januari wel degelijk strafbaar (pardon: sanctioneerbaar met een bestuursrechtelijke boete).

Wel moet het Cbp in principe eerst een bindende aanwijzing geven voordat boetes mogen worden opgelegd. Maar daar is dan weer een uitzondering op voor het geval men opzettelijk of ernstig verwijtbaar handelt.

bron : http://www.arnoud.engelfriet.net/